donderdag 7 juni 2012

Ben jij een softie of een killer???

‘Ik zal ze tot op het bot vernederen!’ of ‘Ik maak er een gezellig dagje uit van.’ Ieder heeft zo zijn gedachten voor een wedstrijd. Volgens sommige sporters is een killersmentaliteit onontbeerlijk om de top te bereiken. Anderen zeggen dat sociale types ook kunnen presteren. Wat voor type atleet ben jij? Doe de psychologische, wetenschappelijk verantwoorde, test en lees wat voor karakter jij hebt. Oftewel: ben je een killer of een softie?
1.  Wat denk jij als jouw gevaarlijkste concurrent geblesseerd uitvalt?
A.  ‘Wat sneu nou! Hij/zij heeft er zo hard voor gewerkt, dit verdient hij/zij niet.’       1
B.  ‘Balen! Nu kan ik hem/haar niet verslaan!’                                                       3
C.  ‘Yes, nou maak ik tenminste een grotere kans om te winnen!’                            2

2. Welke van de onderstaande mascottes zou jij kiezen?
A. Een schattig pupilletje van mijn atletiekclub                                     1
B. Een buldog                                                                                   2
C. Een foto van mijn concurrent om opgefokt te raken                        3

3. Ik train het liefst…
A. alleen, lekker rustig                                                      2
B. in een groep zodat ik lekker kan praten                         1
C. in een groep zodat ik me met anderen kan meten.          3

4.   Hoe zou jij het liefst door sportjournalisten omschreven worden?
A.  “Sympathieke loser”                                               1
B.  “Meedogenloze, onsympathieke winnaar”                3
C.  “Professionele atleet met ups en downs”                 2

5.  Aan welke cliché-uitspraken van sporters erger jij je het meest?
A. ‘Ik ga gewoon genieten en zie wel wat er gebeurt.’              3
B. ‘Ik ga knallen!’                                                                  1
C. ‘Ik doe mijn best en zie wel waar het schip strandt.’             2
                           

dinsdag 1 mei 2012

Meer mans met een lauwerkrans

Er was eens een Griekse ex-godin genaamd Nikè. Eeuwen geleden had ze haar werk als godin naast zich gelegd vanwege de grote werkdruk. Sindsdien zetelde ze op de berg Olympus naast oppergod Zeus: de heerser van de hemel en aarde. Ze zaten daar al eeuwen met zijn tweetjes en waren de berg niet meer afgekomen. Nou vond ze Zeus best een aardige vent, maar al dat geslinger met bliksemschichten en gegoochel met wolken werd ze inmiddels een beetje zat. Ze was al een paar keer fel tegen hem uitgevallen nadat hij een weerselement bijna tegen haar hoofd had geslingerd. Daarom besloot ze haar oude werk maar weer eens op te pakken. Op haar CV stond maar één beroep, maar dat was dan ook zeker niet de minste: Godin van de Overwinning. Eeuwen geleden werd ze tijdens belangrijke sportwedstrijden vereerd door getalenteerde atleten met een goddelijk lichaam. Leuk baantje, maar wel vermoeiend om fulltime te doen. Toch begon het weer te kriebelen en werd ze nieuwsgierig naar de wijde wereld. Hoe zouden de mensen hun overwinningen tegenwoordig vieren? Zouden ze haar al vergeten zijn? Ze was, zoals vrouwen eigen is, wel een beetje onzeker. Kon ze nog wel een goede godin zijn? Maar ze ademde diep in, zette haar lauwerkrans recht en schudde haar vleugels uit. Ze had maar één gedachte: Just do it!  

Nikè wilde haar carrière meteen goed aanpakken en ging op zoek naar de Olympische Spelen. Daar was haar godinnencarrière immers echt van de grond gekomen en werd ze volop aanbeden. Die tijden wilde ze herbeleven. Maar toen was ze natuurlijk nog wel een jonge godin, bedacht ze plotseling met een schok. Al die eeuwen op de Olympus hadden haar er vast niet frisser op gemaakt. Ze vloog naar een beekje, bekeek zichzelf in de weerspiegeling van het water en zag dat ze er nog best mee door kon. Haar godinnengenen deden meer voor haar huid dan die botoxbehandelingen waar de stervelingen zo dol op waren. Ze was het aanbidden nog best waard. Vol goede moed ging ze op zoek.

woensdag 4 januari 2012

Een echte sportmalloot plast rood


Zet je EPO kuurtje maar stop. Laat de zakken bloed voor je bloedtransfusies maar in de gootsteen weglopen en zet je louche dopingarts op straat. Injectiespuiten en bloedzakken zijn namelijk zo passé. Een beetje trendbewuste sporter kiest voor de legale, natuurlijke variant om het uithoudingsvermogen te vergroten: bietensap. Als je de recente onderzoeken moet geloven worden de rode bloedzakken waar wielrenartsen altijd zo geheimzinnig mee lopen te zeulen vervangen door deze andere bloedrode vloeistof. Het heeft vele voordelen: het is legaal, er komen geen injectienaalden aan te pas, het is goedkoper en het is gezond. Alleen de smaak is iets minder aantrekkelijk. Minder aantrekkelijk dan de smaak van bloed? Tja, ook al heb ik zelf geen vampierachtige neigingen, als ik moet kiezen tussen het drinken van een glas bloed of een glas bietensap. Nou, dan moet ik toch nog even heel goed nadenken…
“Het zal wel weer…”
Bovenstaande gedachte zal nu waarschijnlijk in veel sporthoofden naar boven ploppen. Want worden sporters niet constant gefopt door de commercie? Is laatst niet aangetoond dat sportdrankjes gewoon water met een chemisch smaakje zijn? Zullen die magneetarmbandjes van het Nederlands elftal nou echt Pelé-achtige talenten naar boven brengen? Kan zo’n hip Tel Sell apparaat werkelijk binnen twee weken voor een goddelijk lichaam zorgen? Is die bietensap niet gewoon het zoveelste sprookje dat de commercie ons voorschotelt? Voor de sporters die net iets te vaak in gladde praatjes vol valse beloftes zijn getrapt, gooi ik er maar even een wetenschappelijk onderzoekje tegenaan.