Hoe word ik….een topsprinter

O

p een dag weet je het gewoon. Die studieadviseur van tig jaar geleden heeft je voor tweehonderd euro totaal de verkeerde kant opgestuurd. Je ouders hebben met hun goedbedoelde adviezen jouw atletische capaciteiten volledig onderschat. Wat nou financiële zekerheid, baangaranties en dat soort onzin?  Je voelt het tot in je binnenste DNA-strengetjes: je wordt topsprinter!

Tijdens het WK atletiek ben je, al luierend op de bank, tot dit geweldige inzicht gekomen. Maar het WK is inmiddels voorbij, de eerste bladeren vallen alweer op de grond en je zit met je hoofd alweer bij pensioenplannen. Fout! Hartstikke fout! Roep je glorieuze WK moment weer op en houd dat vast, want het kan echt. Doe het maar gewoon! Hmm, dat klinkt in het Engels toch wat lekkerder: Just do it!  Met deze tips laat je jouw studieadviseur inzien dat hij jou volledig de verkeerde kant heeft opgestuurd.

      1. Laat je niet ontmoedigen door een gebrek aan pigment. Als je huid trouwens niet meer dan één tint lichter is dan die van Barack Obama mag je dit punt overslaan en direct naar punt twee scrollen. Deze motivatieboost is dan niet aan jou besteed.

Lees je nog wel? Dan zal ik je een geheimpje vertellen: blanken kunnen ook sprinten. Kijk maar naar de Fransman Christophe Lemaitre, die zoeft de honderd meter onder de tien seconden. En onze Nederlandse Dafne Schippers kan er ook wat van. Blank zijn is geen handicap: het is een uitdaging. Of, zoals Amerikanen het noemen, een challenge. Zoals mensen met een geestelijke handicap daar mentally challenged genoemd worden, zo noemen wij blanken vanaf nu pigmentally challenged. Gepigmenteerd uitgedaagden, laat je niet ontmoedigen. Christophe en Dafne kunnen het ook!

2. Imago is alles, fake it till you make it. Elke zichzelf respecterende sprinter heeft een heel arsenaal aan gebaartjes tot zijn beschikking om het publiek en de concurrenten mee te imponeren. Usain Bolts pijl en boog pose (of wat het ook is) is wereldwijd bekend. Puma heeft inmiddels zelfs kunstoffen Bolt armpjes op de markt gebracht die je op je rug kunt vastbinden zodat je armen niet verzuren. Je kunt het ook wat bescheidener houden zoals Christophe Lemaitre met zijn opgestoken wijsvingertje. Als je in een flamboyante bui bent kun je er dan eventueel nog een knipoogje aan toevoegen. Maar goed, het beste is om zelf iets te bedenken: origineel en opvallend. Mocht je geen inspiratie hebben, dan kun je altijd nog het Z-teken (van Zuidwal) van ondergetekende gebruiken.

     Bolt poseert.            Le Maitre houdt het bescheiden.      De Z is ook best cool.

     3.  Pas versiertrucs toe op jezelf waar zelfs Casanova nog wat van kan leren.

     Kettingen, piercings en tatoeages zijn nog belangrijker dan spikes. Sommige sprinters zien eruit alsof ze gisteren eindexamen hebben gedaan en hun armen als spiekbriefjes hebben gebruikt. En, hoe harder je in de sportschool werkt, hoe dikker de armen en hoe meer plek er is voor leuke prentjes. Maar wat moet je er nou op zetten? Olympische ringen zijn inmiddels te gewoontjes. Daar loopt iedereen al mee, inclusief mensen die het nooit verder hebben geschopt dan clubkampioen. De namen van je exen? Tja, dan is er voor een echte sprinter te weinig ruimte op je armen en zul je verder moeten gaan op een ander lichaamsdeel. Blader eens door het schetsboek van je driejarige nichtje of doe inspiratie op bij andere atleten. Zo is Felix Sanchez dan wel geen sprinter (400 meter hordeloper) maar weet hij wel alles van versieren. Hij heeft de S van Superman (en van Sanchez) op zijn arm getatoeëerd en liep hij een poos lang met een rood armbandje met knipperlichtjes. Dus als je deze winter een kerstmarkt in Duitsland gaat bezoeken, vergeet dan de kerstboom en denk eerst aan jezelf. 

     Dennenbomen kunnen het best zonder opsmuk doen. Sprinters niet.

     4. Strooi met religieuze teksten tijdens interviews.
     De Jamaicaanse voormalig wereldrecordhouder Asafa Powell is erg in de Here. Voor elke wedstrijd zegt hij een gebedje op:  'I can do all things through Christ who gives me the strength.'

     De Amerikaanse domineesdochter Allyson Felix volgt bijbelstudies en beschouwt haar looptalent als een manier om Hem te eren. Natuurlijk kun je in hun voetsporen treden door de Bijbel te bestuderen, een paar pakkende psalmen uit je hoofd te leren en een gouden kruis om je nek te hangen. Maar, zoals al eerder gezegd, originaliteit is van fundamenteel belang. Zo zijn er, voor zover mij bekend, geen sprinters met een Boeddha hanger aan hun ketting. Ook de satanisten zijn nog ondervertegenwoordigd (althans er is nog niemand voor uit gekomen). Dus zoek een leuke religie, bij voorkeur een met symbolen die je kunt tatoeëren of aan je nek kunt hangen, leer wat oneliners uit je hoofd en vertel aan iedereen die het horen wil dat je geloof vele malen belangrijker is dan sprinten. Dat je op zaterdagnacht tot vijf uur doorfeest waardoor je de volgende dag de kerkdienst (of wat voor dienst dan ook) niet kunt bijwonen, maakt niet uit. Dat zorgt alleen maar voor een leuk contrast.

Bolt armpjes

     5. Hoewel veel sprinters het een vieze activiteit lijken te vinden waar ze het liefst niet mee te koop lopen en zo weinig mogelijk doen, is het wel noodzakelijk: TRAINEN. Ik weet dat menig langeafstandsloper meewarig kijkt naar de sprinter die na een lome warming-up een sprintje trekt en vervolgens theatraal een halfuur op het tartan blijft uithijgen. Is dat nou trainen? Ja, dat is trainen. Trainen als een roofdier die veel luiert en af en toe zijn snelheid showt.   Heb je een choreografie aan gebaartjes bedacht? Heb je een originele tattoo laten zetten? Heb je een ondervertegenwoordigde religie uitgekozen? Zoek dan een trainer of YouTube filmpjes met adviezen en ga ook nog wat trainen. (Natuurlijk pas nadat je een paar hippe spikes hebt laten ontwerpen.)

    Je hebt nu geen enkel excuus meer om geen topsprinter te worden. Verruil je kantoorbaan voor de tartanbaan  en volg je droom!

     Ja, je kunt het! Hmm, die klonk in het Engels ook wat lekkerder:

     Yes, you can!!!

   

Francien Vierkant